Rijke geschiedenis
Dit pand heeft een rijke geschiedenis. Het is een voorbeeld van een achttiende-eeuws Hollands regentenhuis, met een geheel eigen en unieke sfeer.
Echter, voordat dit huis gebouwd werd stonden op deze plek aan de Westhaven drie woningen van een bakker, brouwer en kaaskoper. Deze huizen hadden de namen De Twee Hardebollen, De Bijl en Het Wapen van Zeeland. In 1718 werden deze woningen gekocht door de Goudse patriciër Willem van Strijen (1667-1765)
Van Strijen
Van Strijen was lid van een Gouds regentengeslacht. Hij bekleedde tal van kerkelijke en openbare functies. Zo vervulde hij zeven perioden lang het burgemeestersambt van Gouda. In 1742 was hij de rijkste inwoner van deze stad. Hij had vijf dienstboden en een rijtuig met twee paarden. Van Strijen wilde graag een woning die paste bij zijn stand, en liet dit speciaal ontwerpen. In 1728 begon de bouw.
Bouwstijlen
Het huis is gebouwd in de Louis XIV-stijl. Voor een deel heeft het vijf vensters brede pand het strakke uiterlijk van het Hollands classisme. Enerzijds kent het de klassieke opbouw, zoals de zandstenen voorgevel met de vier pilasters en twee hoekleistenen, anderzijds heeft het een vleugje rococo in de decoratie. Dit laatste blijkt uit de versierde middenas die bekroond wordt door de verhoging boven de kroonlijst van de gevel met de siervazen. Het medaillon in het midden droeg ooit het wapen van de familie Van Strijen.
De Lange van Wijngaarden
Een halve eeuw later woonde de Goudse geschiedschrijver en patriot Cornelis Jan de Lange van Wijngaarden op dit adres, getrouwd met een kleindochter van Willem van Strijen. De Lange van Wijngaarden was een vurige patriot wiens leven veranderde op 28 juni 1787, toen Wilhelmina van Pruisen op weg was naar den Haag. Zij werd vlakbij Gouda gearresteerd door het Vrijcorps onder leiding van de Lange van Wijngaarden, en in een boerderij in Vlist gevangen gehouden. Dit incident had vergaande gevolgen. De Lange van Wijngaarden was en bleef ongeacht zijn politieke besognes een rijke regent met een groot vermogen en vele bezittingen.
Na De Lange van Wijngaarden heeft het huis toebehoord aan Lodewijk van Toulon, eveneens een burgemeester, president van de Tweede Kamer en gouverneur van de provincie Utrecht.
Verschillende bewoners
Na het vertrek van de familie Van Toulon stond het grachtenpand aan de haven een aantal jaren leeg.Daarna werd het bewoond door Jakob Schouten, een onderwijzer die het pand wilde inrichten als school, als pre-gymnasium.Uitgever Gerrit Benjamin van Goor kocht later het pand en woonde er van 1869-1889.De directeur van de Goudse Kaarsenfabriek, de heer G.J. Steenszijden, kocht het pand met als doel het algemeen welzijn van de Gouwenaars. Hij was een voorname inwoner van Gouda, die een goede reputatie had verworven.
Gymnasium
De volgende jaren was het pand een gymnasium: het Coornhert Gymnasium. Toch voldeed het pand niet in zijn geheel aan de wensen als schoolgebouw. Er waren bijvoorbeeld klachten over de toegankelijkheid, het geluid van het verkeer op de havenstraten, en de ruimte van het gymnastieklokaal. De plannen voor een nieuwbouw werden door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertraagd.
Tijdens de Tweede wereldoorlog
Het schoolgebouw werd in deze oorlog in beslag genomendoor het Duitse leger.
Op 30 november 1944 werd het gebouw ontruimd om plaats te bieden aan patiënten van het Van Itterzon-ziekenhuis, na het bombardement op het Jozefpaviljoen.
Na de oorlog
In 1945-1946 kwamen de lessen aan de gymnasiasten weer op gang. In 1952 verhuisde het Coornhert Gymnasium naar de Nansenstraat. Van 1952-1989 was de Kamer van Koophandel in het pand gevestigd. Daarna werd het gebruikt als assurantiekantoor van de heer G.C. van Vliet. In 1996 namen Van Lanschot bankiers hun intrek in de woning, een periode die duurde tot 2015. Sinds 2015 is het pand weer privé bewoond, en worden de stijlkamers verhuurd.